dsp_decreas_text dsp_increase_text

Veelgestelde vragen (FAQ)

Vragen over de verordening inzake plattelandsontwikkeling

1. Waarom is er een plattelandsontwikkelingsbeleid van de EU nodig?

De EU dient zorg te dragen voor het grondgebied en de bevolking van haar lidstaten. Dit betekent onder meer dat alle delen van het grondgebied en alle burgers van de Unie gelijke toegang moeten krijgen tot ondersteuning van de EU. De plattelandsgebieden van de EU bestrijken meer dan 90% van het grondgebied van de Unie en er woont ongeveer 55% van de gehele bevolking van de Unie. Het plattelandsontwikkelingsbeleid van de EU is bedoeld om ondersteuning te bieden aan dit grote aandeel van de bevolking en het grondgebied van de Unie.

Tal van plattelandsgebieden in de Unie worden met grote uitdagingen geconfronteerd. Sommige landbouw- en bosbouwbedrijven moeten nog werken aan hun concurrentievermogen. Meer algemeen ligt het gemiddelde inkomen per persoon in de plattelandsgebieden lager dan in de steden, terwijl er minder brede kennis aanwezig is en de dienstensector er minder ontwikkeld is. De kosten van het levensonderhoud kunnen er hoger zijn en de zorg voor het plattelandsmilieu brengt vaak financiële kosten met zich mee.

Aan de andere kant heeft het Europese platteland ook veel te bieden. Het verschaft ons onmisbare grondstoffen. De waarde van het platteland als een plek waar we schoonheid, rust en recreatie vinden (als we daarnaar op zoek zijn) spreekt voor zich en het platteland is bovendien van cruciaal belang om de effecten van de klimaatverandering te beperken. Veel mensen vinden het een aantrekkelijk idee om op het Europese platteland te gaan wonen en/of werken, maar dan willen ze er wel toegang hebben tot de nodige dienstverlening en infrastructuur.

In het plattelandsontwikkelingsbeleid van de EU gaat het erom een antwoord te bieden op de uitdagingen waarvoor onze plattelandsgebieden staan en hun mogelijkheden te benutten.

Voor meer informatie over het plattelandsontwikkelingsbeleid van de EU klikt u hier.

2. Wat houdt het plattelandsontwikkelingsbeleid van de EU in?

Het huidige plattelandsontwikkelingsbeleid van de EU geldt voor de periode 2007 tot 2013. Het beleid heeft tot doel ondersteuning te bieden voor de maatregelen die de lidstaten inzake plattelandsontwikkeling op nationaal, regionaal en lokaal niveau uitvoeren. Op EU-niveau is er een reeks strategische richtsnoeren vastgesteld die de hoofdlijnen voor het plattelandsontwikkelingsbeleid uitzetten. Met behulp van deze richtsnoeren wordt ervoor gezorgd dat het EU-beleid voor plattelandsontwikkeling een flexibel, strategisch, thematisch en geïntegreerd karakter heeft.

De flexibiliteit berust op het subsidiariteitsbeginsel. Dit betekent dat de lidstaten het plattelandsontwikkelingsbeleid van de EU kunnen aanwenden om maatregelen te ondersteunen die de specifieke ontwikkelingsbehoeften en -uitdagingen van hun eigen plattelandsgebieden aanpakken. Strategische benaderingen zorgen ervoor dat de maatregelen inzake plattelandsontwikkeling stroken met andere belangrijke beleidswerkzaamheden die door de lidstaten en de EU worden ondernomen.

Via een thematische aanpak is het plattelandsontwikkelingsbeleid van de EU toegespitst op een aantal kernthema's. Dit zijn de zogeheten ‘assen’ van het plattelandsontwikkelingsbeleid van de EU. Er zijn drie hoofdassen, namelijk: verbetering van het concurrentievermogen van de land- en de bosbouwsector, verbetering van het milieu en het platteland, en verbetering van de leefkwaliteit op het platteland en bevordering van de diversificatie van de plattelandseconomie. Een vierde as ondersteunt de tenuitvoerlegging van de ‘LEADER’-aanpak van plattelandsontwikkeling, die partnerschappen aanmoedigt via lokale actiegroepen (LAG's) die plaatselijke ontwikkelingsstrategieën ten uitvoer leggen.

Integratie is een belangrijk beginsel voor het plattelandsontwikkelingsbeleid van de EU. Daardoor streven de thematische assen immers naar een evenwicht tussen maatregelen op economisch, sociaal en milieugebied.

Deze beleidselementen worden in de praktijk omgezet via plattelandsontwikkelingsprogramma's (POP's). Elk POP beschikt over een begroting voor financiële steun van het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) waarmee het binnen de beleidsthema's maatregelen mee kan financieren.

Voor meer informatie over het plattelandsontwikkelingsbeleid van de EU klikt u hier.

3. Wat is het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO)?

Het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) stelt financiële middelen van de Unie ter beschikking die door de lidstaten worden aangewend om uiteenlopende doelstellingen van het plattelandsontwikkelingsbeleid van de EU te bereiken, waaronder: de verbetering van het concurrentievermogen van landbouw-, bosbouw- en agrovoedingsbedrijven; de bescherming van het milieu; de ondersteuning van plattelandseconomieën en de verbetering van de leefkwaliteit op het platteland.

Het ELFPO beschikt over een begroting van 96,4 miljard euro die in de lidstaten wordt verdeeld via 94 verschillende plattelandsontwikkelingsprogramma’s (POP's). Op EU-niveau wordt op het ELFPO toezicht uitgeoefend door het directoraat-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling van de Europese Commissie.

Het ELFPO werd in 2005 opgericht bij Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad en vormt het belangrijkste financieringsinstrument voor de tenuitvoerlegging van de tweede pijler van het gemeenschappelijk landbouwbeleid van de Unie.

Voor meer informatie over het plattelandsontwikkelingsbeleid van de EU klikt u hier.

Voor meer informatie over de pijlers van het gemeenschappelijk landbouwbeleid van de Unie klikt u hier.

4. Wat is een plattelandsontwikkelingsprogramma (POP)?

Een plattelandsontwikkelingsprogramma (POP) is een beleidsinstrument en financieringsmechanisme dat door de lidstaten wordt aangewend om het plattelandsontwikkelingsbeleid van de EU op een bepaald grondgebied ten uitvoer te leggen. Het grondgebied van een POP kan een heel land of een specifieke regio bestrijken. In de EU zijn er meer dan 90 POP's operationeel en elk van deze POP's is bedoeld om precies die ondersteuning voor plattelandsontwikkeling te bieden die nodig is op dat bepaalde grondgebied.

Elk POP ontvangt een begroting uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO). De POP-begroting wordt gebruikt om de lidstaten te helpen bij de financiering van maatregelen in verband met de verschillende thema's/assen van het plattelandsontwikkelingsbeleid van de EU, namelijk: verbetering van het concurrentievermogen van de land- en bosbouwsector, verbetering van het milieu en het platteland, verbetering van de leefkwaliteit op het platteland en bevordering van diversificatie van de plattelandseconomie, en de ‘LEADER’-aanpak van plattelandsontwikkeling.

Voor meer informatie over de afzonderlijke POP's klikt u hier.

Voor meer informatie over de projecten die de POP's kunnen financieren, klikt u hier.

5. Wat houdt een as van het plattelandsontwikkelingsbeleid van de EU in?

Een as is de naam die gegeven is aan een pakket maatregelen in een plattelandsontwikkelingsprogramma. Er zijn vier assen. Elke as streeft specifieke doelstellingen na die rechtstreeks gekoppeld zijn aan de doelstellingen en thema's van het plattelandsontwikkelingsbeleid van de EU. Er zijn drie thematische assen, namelijk: as 1 - verbetering van het concurrentievermogen van de land- en de bosbouwsector; as 2 - verbetering van het milieu en het platteland; as 3 - verbetering van de leefkwaliteit op het platteland en bevordering van diversificatie van de plattelandseconomie. Er is ook een vierde „methodologische” as die uitsluitend gericht is op de ondersteuning van de LEADER-aanpak van plattelandsontwikkeling (LEADER-as).

6. Wat houdt een maatregel van het plattelandsontwikkelingsbeleid van de EU in?

Maatregelen zijn een reeks ondergeschikte activiteiten die samen de as van een plattelandsontwikkelingsprogramma (POP) vormen.

Hieronder vindt u een lijst met de POP-maatregelen (en hun cijfercode). Geen enkel POP omvat al deze maatregelen. De lijst met maatregelen is een menu waaruit kan worden gekozen. De POP's omvatten de maatregelen die het meest relevant zijn voor de plattelandsontwikkelingsbehoeften op het grondgebied waarvoor ze bedoeld zijn. Alle POP's omvatten maatregelen uit elke as. Gemiddeld omvatten POP's 20 tot 30 van de beschikbare maatregelen.

 

As 1 - Verbetering van het concurrentievermogen van de land- en bosbouwsector
Maatregelen om kennis te bevorderen en het menselijk potentieel te verbeteren
111 Acties op het gebied van beroepsopleiding en voorlichting
112 De vestiging van jonge boeren
113 Vervroegde uittreding
114 Het gebruik van adviesdiensten
115 De oprichting van diensten ter ondersteuning van het bedrijfsbeheer, bedrijfsverzorgingsdiensten en bedrijfsadviesdiensten
Maatregelen om het fysieke potentieel te herstructureren en te ontwikkelen, en innovatie te bevorderen
121 De modernisering van landbouwbedrijven
122 Verbetering van de economische waarde van bossen
123 Verhoging van de toegevoegde waarde van land- en bosbouwproducten
124 Samenwerking ter bevordering van de ontwikkeling van nieuwe producten, procedés en technologieën in de landbouw-, de voedsel- en de bosbouwsector
125 Verbetering en ontwikkeling van infrastructuur die verband houdt met de ontwikkeling en aanpassing van de land- en de bosbouw
126 Herstel van agrarisch productiepotentieel
Maatregelen om de kwaliteit van de landbouwproductie en van de landbouwproducten te verbeteren
131 Landbouwers helpen zich aan te passen aan de normen die zijn gebaseerd op regelgeving van de Gemeenschap
132 Steun verlenen aan landbouwers die deelnemen aan voedselkwaliteitsregelingen
133 Activiteiten op het gebied van voorlichting en afzetbevordering
Overgangsmaatregelen (alleen voor lidstaten die na 2004 tot de EU zijn toegetreden)
141 Semizelfvoorzieningsbedrijven
142 Producentengroeperingen
143 Het verlenen van advies- en voorlichtingsdiensten aan landbouwbedrijven

 

As 2 - Verbetering van het milieu en het platteland
Duurzaam gebruik van landbouwgrond
211 Betalingen voor natuurlijke handicaps aan landbouwers in berggebieden
212 Betalingen aan landbouwers in gebieden met handicaps, die geen berggebieden zijn
213 Natura 2000-betalingen en betalingen in verband met Richtlijn 2000/60/EG
214 Agromilieubetalingen
215 Dierenwelzijnsbetalingen
216 Steun voor niet-productieve investeringen
Duurzaam gebruik van bosgrond
221 De eerste bebossing van landbouwgrond
222 De eerste totstandbrenging van boslandbouwsystemen op landbouwgrond
223 De eerste bebossing van andere grond dan landbouwgrond
224 Natura 2000-betalingen
225 Bosmilieubetalingen
226 Herstel van bosbouwpotentieel en het treffen van preventieve maatregelen
227 Steun voor niet-productieve investeringen

 

As 3 - De leefkwaliteit op het platteland en diversificatie van de plattelandseconomie
Maatregelen om de plattelandseconomie te diversifiëren
311 Diversificatie naar niet-agrarische activiteiten
312 Steun voor de oprichting en ontwikkeling van ondernemingen
313 Bevordering van toeristische activiteiten
Maatregelen om de leefkwaliteit op het platteland te verbeteren
321 Basisvoorzieningen voor de economie en plattelandsbevolking
322 Dorpsvernieuwing en -ontwikkeling
323 Instandhouding en opwaardering van het landelijke erfgoed
331 Opleiding en voorlichting
341 Een maatregel betreffende verwerving van vakkundigheid en dynamisering met het oog op de opstelling en de uitvoering van een plaatselijke ontwikkelingsstrategie

 

As 4 – „LEADER”-aanpak voor de uitvoering van plaatselijke ontwikkelingsstrategieën
411 Concurrentievermogen
412 Milieu-/grondbeheer
413 Leefkwaliteit/diversificatie
421 Uitvoering van samenwerkingsprojecten
431 Bedrijfskosten, verwerving van vakkundigheid en dynamisering van lokale actiegroepen (LAG)

7. Welke projecten kan een plattelandsontwikkelingsprogramma (POP) financieren?

Financiering uit een plattelandsontwikkelingsprogramma (POP) is beschikbaar voor heel uiteenlopende projecten en maatregelen in verband met plattelandsontwikkeling. POP-financiering is beschikbaar onder vier hoofdprogramma's, de zogeheten POP-assen. De titels van de assen geven ruwweg weer welke plattelandsontwikkelingsmaatregelen ze ondersteunen. Dit zijn:

 

As 1 - Verbetering van het concurrentievermogen van de land- en bosbouwsector
As 2 - Verbetering van het milieu en het platteland
As 3 - Verbetering van de leefkwaliteit op het platteland en bevordering van diversificatie van de plattelandseconomie
As 4 – „LEADER”-aanpak voor de uitvoering van plaatselijke ontwikkelingsstrategieën

 

Elke POP-as omvat een reeks POP-maatregelen. Deze maatregelen beschikken over een POP-begroting voor specifieke actietypes op het gebied van plattelandsontwikkeling.   Er zijn bijna 40 verschillende maatregelen op het gebied van plattelandsontwikkeling en elk POP omvat maatregelen die overeenstemmen met de bijzondere behoeften aan plattelandsontwikkeling op het POP-grondgebied.

Hieronder vindt u een lijst met de POP-maatregelen (en hun cijfercode). Geen enkel POP omvat al deze maatregelen. De lijst met maatregelen is een menu waaruit kan worden gekozen. De POP's omvatten de maatregelen die het meest relevant zijn voor de plattelandsontwikkelingsbehoeften op het grondgebied waarvoor ze bedoeld zijn. Alle POP's omvatten maatregelen uit elke as. Gemiddeld omvatten POP's 20 tot 30 van de beschikbare maatregelen.

 

As 1 - Verbetering van het concurrentievermogen van de land- en bosbouwsector
Maatregelen om kennis te bevorderen en het menselijk potentieel te verbeteren
111 Acties op het gebied van beroepsopleiding en voorlichting
112 De vestiging van jonge boeren
113 Vervroegde uittreding
114 Het gebruik van adviesdiensten
115 De oprichting van diensten ter ondersteuning van het bedrijfsbeheer, bedrijfsverzorgingsdiensten en bedrijfsadviesdiensten
Maatregelen om het fysieke potentieel te herstructureren en te ontwikkelen, en innovatie te bevorderen
121 De modernisering van landbouwbedrijven
122 Verbetering van de economische waarde van bossen
123 Verhoging van de toegevoegde waarde van land- en bosbouwproducten
124 Samenwerking ter bevordering van de ontwikkeling van nieuwe producten, procedés en technologieën in de landbouw-, de voedsel- en de bosbouwsector
125 Verbetering en ontwikkeling van infrastructuur die verband houdt met de ontwikkeling en aanpassing van de land- en de bosbouw
126 Herstel van agrarisch productiepotentieel
Maatregelen om de kwaliteit van de landbouwproductie en van de landbouwproducten te verbeteren
131 Landbouwers helpen zich aan te passen aan de normen die zijn gebaseerd op regelgeving van de Gemeenschap
132 Steun verlenen aan landbouwers die deelnemen aan voedselkwaliteitsregelingen
133 Activiteiten op het gebied van voorlichting en afzetbevordering
Overgangsmaatregelen (alleen voor lidstaten die na 2004 tot de EU zijn toegetreden)
141 Semizelfvoorzieningsbedrijven
142 Producentengroeperingen
143 Het verlenen van advies- en voorlichtingsdiensten aan landbouwbedrijven
 
As 2 - Verbetering van het milieu en het platteland
Duurzaam gebruik van landbouwgrond
211 Betalingen voor natuurlijke handicaps aan landbouwers in berggebieden
212 Betalingen aan landbouwers in gebieden met handicaps, die geen berggebieden zijn
213 Natura 2000-betalingen en betalingen in verband met Richtlijn 2000/60/EG
214 Agromilieubetalingen
215 Dierenwelzijnsbetalingen
216 Steun voor niet-productieve investeringen
Duurzaam gebruik van bosgrond
221 De eerste bebossing van landbouwgrond
222 De eerste totstandbrenging van boslandbouwsystemen op landbouwgrond
223 De eerste bebossing van andere grond dan landbouwgrond
224 Natura 2000-betalingen
225 Bosmilieubetalingen
226 Herstel van bosbouwpotentieel en het treffen van preventieve maatregelen
227 Steun voor niet-productieve investeringen
 
As 3 - De leefkwaliteit op het platteland en diversificatie van de plattelandseconomie
Maatregelen om de plattelandseconomie te diversifiëren
311 Diversificatie naar niet-agrarische activiteiten
312 Steun voor de oprichting en ontwikkeling van ondernemingen
313 Bevordering van toeristische activiteiten
Maatregelen om de leefkwaliteit op het platteland te verbeteren
321 Basisvoorzieningen voor de economie en plattelandsbevolking
322 Dorpsvernieuwing en -ontwikkeling
323 Instandhouding en opwaardering van het landelijke erfgoed
331 Opleiding en voorlichting
341 Een maatregel betreffende verwerving van vakkundigheid en dynamisering met het oog op de opstelling en de uitvoering van een plaatselijke ontwikkelingsstrategie
 
As 4 – „LEADER”-aanpak voor de uitvoering van plaatselijke ontwikkelingsstrategieën
411 Concurrentievermogen
412 Milieu-/grondbeheer
413 Leefkwaliteit/diversificatie
421 Uitvoering van samenwerkingsprojecten
431 Bedrijfskosten, verwerving van vakkundigheid en dynamisering van lokale actiegroepen (LAG)

8. Wat is een beheersinstantie van een plattelandsontwikkelingsprogramma?

Een beheersinstantie is verantwoordelijk voor de tenuitvoerlegging van een plattelandsontwikkelingsprogramma (POP). Een beheersinstantie is een organisatie uit de overheidssector. Doorgaans is het een nationale of regionale overheidsinstantie die verantwoordelijk is voor de economische, sociale en milieuaspecten van landbouw en plattelandsontwikkeling.

Beheersinstanties zijn verantwoordelijk voor:

  • Het bepalen van de inhoud van het plattelandsontwikkelingsprogramma. Dit omvat overleg en partnerschap met economische, sociale en milieuorganisaties uit de openbare, particuliere en vrijwilligerssector die werkzaam zijn op het POP-grondgebied.
  • Waarneming van het voorzitterschap van een „monitoringcomité” bestaande uit partners-belanghebbenden, dat tijdens de levensduur van een POP toezicht uitoefent op de tenuitvoerlegging ervan.
  • Er zorg voor dragen dat de financieringsprocedures van het POP voldoen aan de regels en voorschriften van de EU.
  • Toezicht houden op de prestaties van het POP en permanente beoordelingen uitvoeren om de activiteiten van het POP te sturen.
  • Communicatieacties voeren ten behoeve van de bewustmaking betreffende de doelstellingen van het POP, de aanvraagprocedures voor financiering, en de voortgang in het behalen van de doelstellingen.
  • Contacten onderhouden met het directoraat-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling van de Europese Commissie.

Voor meer informatie over de beheersinstanties van de POP's klikt u hier.

Een nationaal plattelandsnetwerk (NPN) is een organisatie die door de overheid van een lidstaat is opgericht om de tenuitvoerlegging en evaluatie van het plattelandsontwikkelingsbeleid van de EU te ondersteunen. NPN's vormen een belangrijke schakel op het niveau van de lidstaten tussen de nationale overheden en de organisaties die betrokken zijn bij de tenuitvoerlegging van maatregelen in het kader van een plattelandsontwikkelingsprogramma (POP), waaronder lokale actiegroepen die betrokken zijn bij de ‘LEADER’-aanpak van plattelandsontwikkeling.

De structuur en werkwijze van NPN's kunnen verschillen per lidstaat. Sommige NPN's maken deel uit van een beheersinstantie terwijl andere dan weer zelfstandige organisaties zijn. De leden van een nationaal plattelandsnetwerk omvatten een dwarsdoorsnede van uiteenlopende belanghebbenden met betrekking tot plattelandsontwikkeling.

Nationale plattelandsnetwerken richten hun activiteiten voornamelijk op de bevordering van het netwerken en informatie-uitwisseling over de POP-activiteiten op regionaal, nationaal en EU-niveau. Deze werkzaamheden omvatten de organisatie van evenementen en de vervaardiging van communicatiemateriaal. NPN's spelen een belangrijke rol in de uitwisseling van goede praktijken. Ze ontvangen financiering uit de begroting van hun lidstaat en uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling.

De nationale plattelandsnetwerken maken deel uit van het Europese netwerk voor plattelandsontwikkeling (ENPO) en ze nemen regelmatig deel aan bijeenkomsten of evenementen die op EU-niveau worden georganiseerd om ervaringen en informatie uit te wisselen. Ze nemen gaandeweg ook intensiever deel aan geografische en thematische clusters om activiteiten te ontplooien, nauwere samenwerking tot stand te brengen en technische uitwisseling en dialoog tussen de netwerken te bevorderen.

In de meeste lidstaten is er één nationaal plattelandsnetwerk dat het hele land bestrijkt. In het Verenigd Koninkrijk zijn er vier regionale netwerken (Schotland, Wales, Noord-Ierland en Engeland) die samen het nationaal plattelandsnetwerk vormen. In België is er een netwerk voor Vlaanderen en een voor Wallonië.

Voor meer informatie over de nationale plattelandsnetwerken klikt u hier.

10. Wat is het Europese netwerk voor plattelandsontwikkeling (ENPO)?

Het Europese netwerk voor plattelandsontwikkeling (ENPO) werd in 2008 opgericht door het directoraat-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling van de Europese Commissie om de lidstaten te helpen hun plattelandsontwikkelingsprogramma (POP) op een efficiënte manier ten uitvoer te leggen. Het ENPO streeft ernaar het platteland van Europa te verbinden en dient als platform voor het delen van ideeën en ervaringen over hoe plattelandsontwikkelingsprogramma’s in alle lidstaten in de praktijk werken en hoe ze kunnen worden verbeterd. De voornaamste belanghebbenden zijn onder meer nationale plattelandsnetwerken (NPN’s), autoriteiten van de lidstaten, lokale actiegroepen (LAG's) en andere plattelandsontwikkelingsorganisaties met een EU-perspectief.

Belangrijke activiteiten van het ENPO zijn onder meer:

  • helpen bij het identificeren en verzamelen van voorbeelden van succesvolle plattelandsontwikkelingsprojecten in de Europese Unie;
  • bijstand verlenen aan nationale plattelandsnetwerken;
  • de transnationale samenwerking tussen LAG's bevorderen;
  • uitvoeren van een analyse van relevante thema's waaronder de ruimere voordelen van landbouw (collectieve goederen), en relevante thema's zoals bosbouw, sociale landbouw en ondernemerschap op het platteland.

Het ENPO deelt op verschillende wijzen informatie met belanghebbenden, bijvoorbeeld door middel van publicaties en door deel te nemen aan evenementen en beurzen in heel Europa. De website van het ENPO verleent toegang tot een uitgebreid scala aan multifunctionele en meertalige informatie en instrumenten in verband met plattelandsontwikkeling.

Voor meer informatie over de organisatiestructuur van het ENPO klikt u hier.

11. Wat doet het contactpunt van het ENPO?

Het ENPO-contactpunt (CP) van het ondersteunt het directoraat-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling van de Europese Commissie bij het leiden van het ENPO en vormt een knooppunt voor de activiteiten van het netwerk.

Een vast kernteam, gevestigd in Brussel, wordt aangevuld met een grotere groep deskundigen die deskundigheid bieden op een groot aantal gebieden betreffende plattelandsontwikkeling en geografie. Het ENPO-CP verleent in het bijzonder bijstand bij netwerken en samenwerking, thematische analyse, evenementen en communicatie.

Het contactpunt verwelkomt iedereen die belang stelt in het plattelandsontwikkelingsbeleid van de EU en het grote publiek.

Een kaartje en wegwijzer vindt u als u hier klikt.

Voor meer informatie over het contactpunt van het ENPO klikt u hier.

12. Wat is het Europees evaluatienetwerk (EEN)?

Het Europees evaluatienetwerk voor plattelandsontwikkeling (kortweg "deskundigennetwerk evaluatie") streeft ernaar evaluatie nuttiger te maken als instrument voor de verbetering van de formulering en tenuitvoerlegging van het plattelandsontwikkelingsbeleid van de EU. Het maakt integraal deel uit van het bredere Europese netwerk voor plattelandsontwikkeling.

Het deskundigennetwerk evaluatie helpt bij het vaststellen van goede praktijken en bij de capaciteitsopbouw voor de evaluatie van de activiteiten van plattelandsontwikkelingsprogramma's tot 2013. Het valt onder de verantwoordelijkheid van het directoraat-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling van de Europese Commissie.

Voor meer informatie over het deskundigennetwerk evaluatie en de helpdesk ervan klikt u hier.

13. Wat is de LEADER-aanpak van plattelandsontwikkeling?

‘LEADER’ is een term die verwijst naar een bijzondere aanpak voor de lokale ontwikkeling van plattelandsgebieden. LEADER is de afkorting van het Franse „Liaison Entre Actions de Développement de L'Economie Rurale” (letterlijk: „Verbinding tussen acties voor de ontwikkeling van de plattelandseconomie”).

De LEADER-aanpak betreft een methodiek voor plattelandsontwikkeling die berust op een aantal kernonderdelen waaronder partnerschap, een aanpak van onderop voor territoriale ontwikkeling, innovatie en samenwerking.

De LEADER-aanpak wordt gerealiseerd door plaatselijke partnerschappen die organisaties uit de openbare en particuliere sector en uit de burgermaatschappij samenbrengen. Een LEADER-partnerschap staat bekend onder de naam lokale actiegroep (LAG). Elke LAG heeft een plaatselijke ontwikkelingsstrategie die een reeks maatregelen en doelstellingen inzake plattelandsontwikkeling bevat die door de plaatselijke gemeenschappen op het grondgebied van de LAG zijn voorgesteld. Deze aanpak garandeert dat alle LEADER-maatregelen van onderop worden geïnitieerd. De LAG's ontvangen een begroting uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) om de projecten op hun eigen grondgebied te financieren. Alle door het ELFPO gesteunde LAG-projecten moeten stroken met de doelstellingen van de plaatselijke ontwikkelingsstrategie van de LAG.

Innovatie is een ander belangrijk onderdeel van de LEADER-aanpak. Door innovatie te bevorderen, willen de LAG's plaatselijke organisaties en bedrijven aanmoedigen nieuwe manieren te testen om hun grondgebied te ontwikkelen. LEADER is al uiterst efficiënt gebleken in het stimuleren van allerlei uiteenlopende sociaaleconomische en ecologische innovaties op het platteland in heel Europa. Verschillende manieren waarop innovatie door LEADER tot uiting komt zijn onder meer:

  • Werken op nieuwe manieren: dit kan gaan over een aanpak van plattelandsontwikkeling die nieuwe ideeën toepast, nieuwe technieken gebruikt, zich richt op alternatieve markten, diverse sectoren en belanghebbenden samenbrengt via nieuwe netwerkmethoden, nieuwe prioriteitsgroepen ondersteunt of nieuwe oplossingen bedenkt voor sociale, economische en ecologische uitdagingen.
  • Nieuwe producten en diensten ontwikkelen: deze zijn vaak het resultaat van tests van innovatieve manieren van werken en kunnen tot stand komen door de toepassing van nieuwe of baanbrekende technieken, partnerschappen, technologie, processen, onderzoek en denkwerk.
  • Een aanpak die zijn nut reeds bewezen heeft aanpassen aan nieuwe omstandigheden: dit wordt ook gezien als een doeltreffende manier om plaatselijk belangrijke innovatieve ontwikkelingen tot stand te brengen. Dit soort innovatieve acties wordt vaak vergemakkelijkt dankzij kennisoverdracht tussen verschillende regio's of lidstaten.

Het Europese aspect van LEADER is altijd een belangrijk kenmerk van deze methodiek geweest. Specifieke onderdelen van de ELFPO-begrotingen van de LAG's worden verstrekt ten behoeve van transnationale samenwerking. Dankzij transnationale samenwerking maken mensen op het platteland via hun collega's in andere landen kennis met nieuwe ideeën en projecten voor plattelandsontwikkeling.  Zulke LAG-samenwerking heeft al tal van wederzijdse voordelen opgeleverd voor verschillende plattelandsgebieden in de hele Europese Unie. De plaatselijke ontwikkelingsstrategieën van LAG’s leggen sterk de nadruk op samenwerken en netwerken.

Voor meer informatie over de LEADER-aanpak klikt u hier.

14. Wat is een lokale actiegroep (LAG)?

Een lokale actiegroep (LAG) is een partnerschap dat plattelandsorganisaties uit de openbare en particuliere sector en uit de burgermaatschappij verenigt om de LEADER-aanpakvoor plattelandsontwikkeling uit te voeren. De omvang van een LAG-grondgebied kan gaan van een gebied met een bevolking van slechts 5 000 mensen tot een gebied met ongeveer 150 000 inwoners.

LAG's bestaan uit een dwarsdoorsnede van lokale gemeenschappen en LAG-leden zijn onder meer vertegenwoordigers van de lokale overheden, bedrijfsgroeperingen, maatschappelijke organisaties en milieu-instanties. Deze multisectorale LAG's brengen een brede, gecentraliseerde basis van kennis en vaardigheden samen en zorgen ervoor dat aan alle belangen voldoende aandacht wordt geschonken.

De LAG's ontvangen een begroting uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) om de LEADER-projecten op hun eigen grondgebied mee te financieren. Alle LAG's moeten een plaatselijke ontwikkelingsstrategie opstellen vooraleer ze ELFPO mogen toewijzen aan LEADER-projecten. Deze strategie veronderstelt een grondige analyse van een LAG-grondgebied waarin wordt vastgesteld wat volgens de plaatselijke bevolking het belangrijkst is voor de ontwikkeling van hun gebied. De strategie verduidelijkt ook welke kwesties de plattelandsbevolking de belangrijkste uitdagingen vindt die met behulp van de LEADER-middelen moeten worden aangepakt. Een plaatselijke ontwikkelingsstrategie kan maar worden opgesteld op basis van breed overleg met de gemeenschap en die procedure zorgt ervoor dat de LEADER-werkzaamheden van de LAG van onderop worden gestuurd.

LAG's worden ondersteund door centrale coördinerende organen in de lidstaten. Deze nationale plattelandsnetwerken bieden bijstand voor de capaciteitsopbouw van LAG's en moedigen de uitwisseling van ervaringen tussen verschillende plattelandsgebieden aan.

Voor meer informatie over LAG's in uw gebied klikt u hier.

15. Wat is transnationale samenwerking?

Transnationale samenwerking verwijst naar het ondernemen van een gezamenlijk project inzake plattelandsontwikkeling met ten minste één ander gebied in een ander land. Deze vorm van samenwerking kan onder meer een goede manier zijn om voldoende mensen te betrekken bij een activiteit om deze te kunnen verwezenlijken of een manier om aanvullende acties aan te moedigen, bijvoorbeeld gemeenschappelijke marketing van lokale producten of diensten, zoals voeding of toeristische initiatieven door plattelandsbedrijfsorganisaties uit verschillende regio's.  Transnationale samenwerkingsprojecten leiden ertoe dat de verschillende partijen veel van elkaar opsteken.

Speciale financiering voor zulke projecten is beschikbaar uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO). Een van de belangrijkste voorwaarden voor het ontvangen van die middelen is dat ten minste één van de partners die deelnemen aan het project van transnationale samenwerking een lokale actiegroep (LAG) is in het kader van LEADER.

Voor meer informatie over transnationale samenwerking klikt u hier.

16. Hoe kan ik EU-financiering voor plattelandsontwikkeling aanvragen?

U kunt EU-financiering voor plattelandsontwikkeling aanvragen via de plattelandsontwikkelingsprogramma’s (POP's) van de lidstaten. De aanvraagprocedures kunnen verschillen per lidstaat en per projecttype voor plattelandsontwikkeling. De beheersinstantie van het POP of van uw nationaal plattelandsnetwerk verstrekt u alle informatie die u nodig hebt om in uw land EU-financiering voor plattelandsontwikkeling aan te vragen.

Voor meer informatie over de beheersinstanties van de POP's en over nationale netwerken voor het platteland klikt u hier.

Terug naar onderwerpen